Het gebouw Walstraat 1

Oorspronkelijk was dit herenhuis een stadsboerderij. Daar waar zich nu de fraaie gevel bevindt was de achterkant de ‘Niendeur’ van de boerderij en de voorkant was gericht naar de wal en gracht die zich rondom Ootmarsum bevond. De taxus-boog die nog te vinden is op het gazon achter het Drostenhuis is waarschijnlijk een overblijfsel van de groenvoorziening en tuin voor de toenmalige boerderij.

De geschiedenis van het Drostenhuis :

1. Boerderijperiode

Vermoedelijk tijdstip van de bouw van de stadsboerderij is in het begin van de 17e eeuw, compleet in de bekende vakwerkbouw. Stokgaten voor vlechtwerk in de lange liggende balken wijzen op die bouwtijd.Zoals vroeger in elke boerderij het geval was, grensden woon- en werkgedeelte zonder afscheiding aan elkaar. In het midden van de 18e eeuw werd een scheidingsmuur aangebracht en werd de boerderij een woonhuis.

   

   

Tekeningen: Jan Jans Stichting

 

2. Drostenhuisperiode

Omstreeks 1750 werd de huidige voorgevel aangebracht met grote ramen, zandstenen stukken en een torentje. Hal en gangen zijn met marmertegels belegd, voorkamer is met linnen bespannen, vensters zijn voorzien van inklapbare luiken. De zolder wordt tot verdieping gemaakt. Omstreeks 1812 wordt de noordelijke schuur tot salon verbouwd met een alkoof en werd het achterhuis uitgebreid. Omstreeks1865 verbouwt fabrikant H.Röbke het pand. Hij was de stichter en eigenaar van de cichoreifabriek die even verder aan de Keerweer was gebouwd. In begin van de 20e eeuw nam G.H.J.Bloemen de fabriek en het woonhuis over. Hij verhuurde het huis aan meerdere families. In de 60er jaren van de vorige eeuw werd de cichoreifabriek gesloopt. In 1965 kocht Prof.J.H. Mulder het pand en bracht het terug in de staat, zoals het er rond 1750 uitzag. Vanaf 2005 is het Drostenhuis een voor het publiek toegankelijk museum.