In 1774 werd in Oldenzaal bij de basiliek een gruwelijk vonnis door de op het Huis Ootmarsum wonende Drost Heiden Hompesch volstrekt. Huttenkloas met vrouw en kind werden door radbraken om het leven gebracht omdat ze 7 moorden hadden gepleegd. Toen de Drost overleed werd hij bijgezet in de grafkelder van de grote kerk. Bij de restauratie van de kerk in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd de kelder blootgelegd en werden loden kisten met familiewapens Heiden Hompesch gevonden. Een van deze gietijzeren wapens werd door de toenmalige bewoner van het Drostenhuis, professor Henrick Mulder meegenomen en voorzien van de originele kleuren van het familiewapen. Drost Heiden Hompesch was de voorganger van de laatste bewoner van het Drostenhuis Ootmarsum : Hendrik Knijpinga Cramer. Dit originele wapen bevindt zich nu in het Drostenhuis en voor elke bezoeker goed zichtbaar boven de deur van de haardkamer. Het is een onderdeel van het verhaal van “Het land van Heeren en Boeren” , waar naast de Commandeur en de Hofmeier ook de Drost van Twente een belangrijke rol spelen.